maandag 24 maart 2014

Het getuigenverhoor en het Rolodex-onderzoek

Door het getuigenverhoor in de bodemprocedure tussen het AD, De Roestige Spijker en Joris Demmink komen er steeds meer dingen boven water. Zoals ik al eerder had gezegd bleef het mogelijke slachtoffer van Joris Demmink onder ede bij zijn verklaring dat Joris Demmink hem seksueel had misbruikt. Dit gebeurde op de eerste dag van het getuigenverhoor. Op het tweede dag van het getuigenverhoor verklaarde voormalig zedenrechercheur Leendert de Koter, die betrokken was bij het zogeheten Rolodex-onderzoek dat de rijksrecherche vier namen aanreikte. Het zou gaan om drie officieren van justitie (Wabeke, Holthuis en Wooldrik) en Joris Demmink (bron). In dit verhoor werd bevestigd dat in het Rolodex-onderzoek de telefoontaps niks opleverde omdat het er sterk op leek dat de personen op de hoogte waren dat ze werden getapt. Er werd wel een huiszoeking verricht bij professor Ger van Roon van de Vrije Universiteit, maar op een of andere manier wist van Roon dat er een huiszoeking zou komen. De politie zag namelijk dat er spullen weg waren vanwege de stofvlekken. Ook de videobanden waren volgens de Koter weg. 

De voormalig hoofdinspecteur van de politie in Amsterdam, Jaap Hoek weersprak het verhaal van Leendert de Koter op het punt dat Joris Demmink en de drie officieren van justitie werden genoemd als verdachten in het Rolodex-onderzoek. Hij bevestigde wel dat het onderzoek stuk liep toen de verdachte telefoonnummers werden getapt en de verdachten niks meer zeiden over de telefoon. Jaap Hoek wist nog wel te melden dat er in Den Haag over het onderzoek werd gepraat, maar dat het onderzoek stuk liep toen de minister werd geïnformeerd. Dit werd genoteerd door AD-journalist Koen Voskuil op zijn twitteraccount.

Op de derde dag van de getuigenverhoor werd ambtenaar Anneke Storm van 's Gravesande onder ede gehoord. Ze ontkende dat zij ooit had gezegd dat zij jonge Thaise jongens moest regelen voor Joris Demmink. Het opvallende van dit verhoor was dat ze haar advocaat had meegenomen. Waarom heb je in hemelsnaam een advocaat die wordt betaald door de overheid nodig bij een getuigenverhoor (bron)? Op BOUblog staat een mooie weergave van het getuigenverhoor van Anneke Storm van 's Gravesande. 

Op de vierde dag van het getuigenverhoor werd gevangenisdirecteur Jacques van Huet onder ede gehoord. Hij bleef bij zijn verklaring dat Anneke Storm van 's Gravesande had gezegd dat zij jonge Thaise jongens voor Joris Demmink moest regelen. Hij vertelde zo uitgebreid dat het verhoor van Bert Molenkamp werd verplaatst naar 25 maart. Het tweetal had hun verklaringen bij de notaris laten vastleggen (bron). 

Op dag vijf van het getuigenverhoor herhaalde oud-rechercheur Klaas Langendoen (bekend van de IRT-affaire en een van de weinige mensen die sneuvelde in de IRT-affaire) dat hij twee Turkse jongens had gesproken in zijn onderzoek naar de aantijgingen dat Joris Demmink zich in de jaren negentig schuldig zou hebben gemaakt aan seksueel misbruik van die twee Turkse jongens (bron). Dit onderzoek werd in opdracht van Adèle van der Plas, de raadsvrouw van Hüseyin Baybasin verricht. Joris Demmink zou door Turkije zijn gechanteerd met kennis van deze feiten. Het gevolg hiervan was dat in Nederland Hüseyin Baybasin uiteindelijk werd vervolgd en veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf in 2002 voor uitlokking tot moord. Deze veroordeling is wat mij betreft op drijfzand gebaseerd. Het is namelijk heel goed mogelijk dat het bewijsmateriaal (de telefoontaps) in die tijd gemanipuleerd konden zijn, omdat de techniek daarvoor beschikbaar was. 

Voor een beter beeld van de sfeer en omstandigheden van dit verhoor verwijs ik naar het verslag in drie delen van de aanwezige Micha Kat van Klokkenluideronline.is: hier, hier en hier

De notities bij het Rolodex-onderzoek
Zoals ik al eerder min of meer had uitgelegd was het Rolodex-onderzoek een onderzoek naar het seksuele misbruik van minderjarige jongens waar opeens de namen van topambtenaren opdoken (bron). Deze topambtenaren zouden klant zijn van de Amsterdamse pooier 'Alex'/'Karel' Maasdam (bron).  De betekenis van het woord rolodex is een draaiende kaartenbak met persoonlijke gegevens. 

Ik maakte al via Twitter al rond november 2012 reeds kennis met de notities met betrekking tot het Rolodex-onderzoek die werden gedaan door ene Richard-Carl Samson. In deze periode begon ik me steeds meer bezig te houden met de affaire Joris Demmink. In het begin was ik erg sceptisch over het document gezien de verhalen die gingen over de opsteller van het document. Hij zou een oplichter zijn, verder had hij beweerd dat hij (undercover) voor de AIVD had gewerkt en nog veel meer (bron). Verder dacht ik dat het niet onmogelijk zou zijn om het een het ander te verzamelen via diverse kanalen. Door de gebeurtenissen in de periode daarna ben ik meer gaan twijfelen. De vraag rijst dus of hij echt werkelijk de boel heeft beet genomen of dat er toch een kern van waarheid schuilt in zijn verhaal die werd opgetekend in het boek Vrouwen te koop van Maria Genova (bron).

Ik zal proberen om hier en daar wat op- en aanmerkingen maken over de namen in het document. In het bestand lopen prostituees, klanten, BN'ers en andere namen kris-kras door elkaar. 

Hans Holthuis en Jan-Wolter Wabeke komen voor op deze lijst, maar Wooldrik heb ik niet zien staan op de lijst. Is hij die rechter of officier van justitie te Arhnem? De organisatie van Maasdam zou de beschikking hebben gehad over een heuse juridisch adviseur in de vorm van Antonius B. die in eerste instantie klant was, maar later uitgroeide tot juridisch adviseur. Raphael B. van de GGD hield volgens het document toezicht, leverde condooms etc en in ruil daarvoor een 'beloning' in natura incasseerde in de vorm van jonge jongens. Er was ook mogelijk een agent die Maasdam controleerde, maar mogelijk in feite voor hele andere zaken kwam dan het uitoefenen van toezicht. Ook een rechercheur van de zedenpolitie werd genoemd in het document als iemand die zijn smeergeld kwam incasseren en om een jongen in de slaapkamer te gebruiken. 

De naam van wijlen topcrimineel Klaas Bruinsma duikt ook op. Ik weet alleen dat zijn organisatie destijds uit een aantal divisies bestond zoals de drugsdivisie, maar ook de speelhallen- en gokkastendivisie (waarin het duo John Mierenmet en Sam Klepper destijds als spic en span naam maakte). Verder weet ik van Klaas Bruinsma dat hij een bezoeker was van de Yab Yum. Volgens dit document zou de connectie via Charles Geerts lopen. Het is mij niet geheel duidelijk wat de (mogelijke) connectie zou zijn. Dit vergt meer onderzoek van mijn kant. Boris Dittrich werd genoemd in deze lijst om onduidelijke redenen, maar hij zou mogelijk weten van dit netwerk. Joris Francken werd ook genoemd op deze lijst als de ambtenaar die werd veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en hij werd in dit document aangeduid dat hij in de media werd verward met ene Joris D. Drie keer raden wie die Joris D. is? Natuurlijk gaat het om Joris Demmink. 

Als Joris Demmink opduikt op deze lijst, dan hebben we nog een oude bekende die opduikt op deze lijst. Het gaat om Lothar Glandorf. Die Duitser die een bordeel had in Rotterdam, jongens smokkelde vanuit Oost-Europa en diegene die in gezelschap werd gezien met Manuel Schadwald. Hij zou veel contact hebben gehad met Maasdam. Ook Frank (Francis) Leenders kwam voor in het document, maar die werd uitgemaakt voor fantast en leugenaar. In de zaak van het Anne Frankplantsoen in Eindhoven waarin Fons Spooren met de billen bloot moest, zou hij gelogen hebben en een opzet gemaakt hebben. Ook de familie Mostert werd genoemd. De chauffeur van Demmink zou onder verdachte omstandigheden zijn gestorven en veel hebben geweten van Demmink. Hij zou onder meer mee zijn gegaan naar Praag en Turkije. Ook Robbie van der Plancken duikt op de lijst. Hij werd omschreven als de connectie tussen Maasdam, België en de Apollo (waar Manuel Schadwald om het leven zou zijn gebracht). Het gezelschap zou niet compleet zijn zonder Ger van Roon die volgens de lijst een van de grote mannen was, maar dan meer op de achtergrond.

Uiteindelijk duikt de naam van Manuel Schadwald op de lijst. De notitie die in de lijst werd gemaakt was dat hij op de boot Apollo zou zijn geweest en om het leven zou zijn gebracht. Het verhaal begint smeuïger te worden, omdat hij mogelijk door zijn eigen vader, Rainer Wolf in het kinderprostitutiecircuit zou zijn gebracht. 


Uit een van de reacties uit de blog over Manuel Schadwald kreeg ik een link toegespeeld over Rainer Wolf en zijn bezigheden voor de Stasi. Uit het Duitse artikel van het dagblad Die Welt blijkt dat de Stasi zich bezig hield met het chanteren van politici uit West-Europa door middel van het aanbieden van kinderen aan die politici. De kinderen voor deze chantage werden gehaald uit de DDR. Dit werd althans beweerd door Wanja Götz alias Grigori en voormalig KGB- en Stasiagent. Volgens het artikel bestaan er documenten over deze chantage, maar vanwege de explosieve aard van deze documenten werden deze documenten achtergehouden voor het publiek. Alleen begrijp ik een ding niet in de aantekeningen van het document. Er staat dat er via Ben en Bruinsma zou zijn geregeld dat Manuel Schadwald verdween, maar Klaas Bruinsma werd al in 1991 doodgeschoten. Rainer Wolf zou hierbij onder druk zijn gezet. De levensgevaarlijke crimineel Warwick Spinks staat ook op de lijst als grote spil in dit netwerk. Hij zou samen met Lothar de transporten uit Oost-Europa regelen. Volgens de dingen die ik tot nu toe heb gelezen speelde Warwick Spinks een prominente rol in die tijd in het Amsterdamse kinderprostitutiecircuit.

dinsdag 4 maart 2014

De artikelen van de Volkskrant en de NRC: een analyse

Vorige week verschenen twee artikelen. Het eerste artikel uit de Volkskrant ging over Joris Demmink en het tweede artikel betrof een interview met de advocate van Hüseyin Baybaşin, Adèle van der Plas. Ik had niet bepaald zin om twee kranten te gaan kopen voor deze twee artikelen. Verder wilde ik ook geen geld online uitgeven voor deze twee artikelen. Tja, ik ben gierig, maar ik wist niet wat ik qua kwaliteit kon verwachten van deze artikelen. De website Het Haagse Complot heeft gelukkig wel de artikelen ingescand en online gezet, waarvoor mijn dank. Hierdoor ben ik nu in de gelegenheid om een analyse van de inhoud van deze artikelen te maken. 

Het artikel in de Volkskrant over Joris Demmink
Het artikel in de Volkskrant werd geschreven door Toine Heijmans en Elsbeth Stoker. Het artikel begint met een uiteenzetting over de (privé)persoon Joris Demmink. De echte kenner wist al het nodige over de persoon, maar toch zijn er een paar dingen die ik nog niet wist over Joris Demmink. Ik wist bijvoorbeeld niet dat hij koos voor een carrière bij de overheid omdat hij geen speelbal wilde zijn van investeerders. Verder las ik in het artikel dat hij toch boos is om de aantijgingen, maar dat hij er zakelijk mee omgaat. Als deze aantijgingen niet waar zijn, waarom heeft Joris Demmink dan niet eerder voor de aanval gekozen in de vorm van juridische procedures? Een ieder ander zou al heel snel in actie zijn gekomen om een eind te maken aan deze aantijgingen. Wat ik interessant vond is dat Joris Demmink op zijn dertigste uit de kast kwam als homoseksueel. Dat snap ik gezien de tijdsgeest toen wel, gezien de acceptatie toen van homoseksuelen.

Het Katholiek Nieuwsblad kwam er in dit artikel niet echt zo goed van af, omdat zij door de mensen uit de omgeving van Demmink worden omschreven als ultraconservatief en homofoob. Dit is een geval van op de man spelen (het Katholiek Nieuwsblad is ultraconservatief en homofoob) in plaats van op de bal te spelen (zijn de beschuldigingen aan het adres van Joris Demmink waar?). Het gaat mij helemaal niet om de geaardheid van Joris Demmink, maar om de ernstige beschuldigingen tegen hem. Iemand die een dergelijke functie bekleed moet namelijk van onbesproken gedrag zijn en ook niet chantabel zijn. Ik geef toe dat het gedachtegoed van het Katholiek Nieuwsblad mij niet erg aanspreekt, maar in de kwestie rondom Joris Demmink zijn zij een van de weinige media die uitvoerig berichten over de kwestie Joris Demmink. In het artikel wordt verder gerefereerd naar de relatie van Joris Demmink en de affaire die hij had in de jaren tachtig met een Tsjechische jongeman in de twintig. Verder werd er in het artikel ingegaan over de mogelijke persoonsverwisseling tussen die ene veroordeelde ambtenaar met de naam Joris F. en Joris Demmink die wordt geopperd door de omgeving van Joris Demmink. Als die twee journalisten die het artikel hadden geschreven hun huiswerk goed hadden gedaan, dan waren ze erachter gekomen dat in Netwerk van 20 april 1998 het ging over twee Jorissen. Joris F. was een klant van een bordeel (gerund door Henk S) in de kubuswoningen in Rotterdam waarin kinderprostitutie plaatsvond en die hoge ambtenaar van justitie die klant was van Lothar G. en aan wie werd gevraagd om een kind over de Poolse grens te smokkelen was weer een andere Joris. Even navraag doen bij Martin Froberg en Roelf van Til (de twee Netwerk-journalisten van destijds) had geen kwaad gekund. 

Tot mijn grote verrassing las ik dat oud-minister van Justitie Frits Korthals Altes het had over een fout van Joris Demmink. Die fout betrof de rol van Joris Demmink die in 1981 het welbekende rapport van majoor Koen Koenders over de Nederlandse rol bij de Sergeantencoup in Suriname verkeerd inschatte. Het rapport verdween vervolgens in een la en de minister van Defensie werd niet ingelicht over het rapport. Toch wel mooi dat dit punt wel werd opgenoemd, aangezien niet heel veel mensen weten dat Joris Demmink een cruciale rol speelde bij het in de doofpot stoppen van de Nederlandse rol bij de Sergeantencoup in Suriname. Dit is iets waar ik al een paar blogs op aan het hameren ben. 

Ik heb heel sterk de indruk dat Joris Demmink zijn naaste omgeving heeft aangestuurd voor een charmeoffensief. Het lijkt er veel op dat Joris Demmink wil laten zien voor het grote publiek wie hij in feite is. Dit artikel was gelukkig niet zo erg als de column van Lidy Nicolasen over Joris Demmink, maar ik heb toch sterk het gevoel dat het tweetal die het artikel hadden geschreven toch op een paar punten beter hun huiswerk hadden kunnen doen. De vraag is hoe sterk Joris Demmink blijkt te zijn nadat op de eerste dag van het getuigenverhoor in de zaak Roestige Spijker een getuige onder ede bij zijn verklaring cq beschuldiging blijft dat hij is misbruikt door Joris Demmink. 

Het artikel met een interview met Adèle van der Plas
In dit artikel met een interview met Adèle van der Plas zie ik toch een paar dingen terugkomen die ik best interessant vind om te noemen en die soms niet relevant zijn voor dit stuk. Ik wist bijvoorbeeld niet dat Adèle van der Plas advocate was van de groep religieuzen die ayahuasca (wat volgens de Nederlandse strafwet drugs zou zijn) voor hun religieuze rituelen gebruikte. Ik had de arresten hierover wel bij het vak Staatsrecht gelezen. In het interview wordt onder meer ingegaan op de veroordeling van Hüseyin Baybaşin tot levenslang. Naar mijn mening is deze veroordeling nogal dubieus te noemen, omdat het zeker niet valt uit te sluiten dat het bewijs niet waterdicht is. Het is mij daarom een raadsel dat hij nog in de cel zit. Als iemand tot levenslang wordt veroordeeld dan moet het bewijs waterdicht zijn. Er moet 100% zekerheid zijn dat diegene het daadwerkelijk gedaan heeft. In deze zaak zijn er sterke aanwijzingen te vinden dat er mogelijk een onschuldig iemand vastzit. Neem bijvoorbeeld de bandopnames. De technologie om er mee te rommelen was destijds gewoon aanwezig. Adèle van der Plas heeft het over de complotdenkers. Ik vind dit een heel vies woord om eerlijk te zijn. Het gaat gewoon om mensen die anders denken dan anderen. Dit wil nog niet zeggen dat alle mensen zo denken. Ik zie ook wel eens gekke theorieën naar voren worden gebracht in de zaak van Joris Demmink, maar dat wil nog niet zeggen dat ik of andere mensen daarachter als een front staan. Je kunt geen mensen op een hoop gooien. Aan de ene kant snap ik haar wel. Ze kan voor haar zaak zulke mensen als kiespijn missen. Als advocate wil zij het via de juridische weg doen. Dit duurt wel langer, maar ze speelt dan wel het spel volgens de geldende spelregels. Ik sta achter haar opvatting dat de zaak Joris Demmink (met de nadruk op goed en grondig) moet worden onderzocht, maar of dit gaat gebeuren is de grote vraag. Zal Joris Demmink ooit strafrechtelijk worden vervolgd? Ik wil verder graag weten wat de rol was van Joris Demmink in de IRT-affaire. Dit is ook een dergelijk vraagstuk die nooit tot op de bodem is uitgezocht in mijn ogen. 

zaterdag 1 maart 2014

Manuel Schadwald

Inleiding
Voor de lezers die niet weten wie Manuel Schadwald is, zal ik eerst even uitleggen wie hij is. In juli 1993 verdween de twaalfjarige Manuel Schadwald uit Berlijn. Hij woonde bij zijn moeder. Zijn ouders waren gescheiden en de Duitse politie registreerde hem als weggelopen (bron). De lezers zullen zich ongetwijfeld afvragen wat Manuel Schadwald in hemelsnaam te maken heeft met de onderwerpen die ik tot nu toe heb behandeld. Dat is heel simpel, aangezien ik al in een eerdere blog heb geschreven dat het zogeheten HIK-team (Handel In Kinderen) van de Rotterdamse politie oorspronkelijk was opgericht om Manuel Schadwald op te sporen die zeer waarschijnlijk in het kinderprostitutiecircuit van Rotterdam was beland. In deze blog wil ik graag uitgebreid ingaan op de zaak van Manuel Schadwald. 


Manuel Schadwald in de zomer van 1993 (bron (reupload door mij))

Netwerkaflevering van 21 april 1998: Deel 1 en deel 2 op YouTube
Deze aflevering begon met een politie-inval in Waalre. Deze politie-inval vond plaats op 7 februari 1992. De politie trof daar een aantal mannen aan die kinderporno aan het bekijken waren. Verder werd daar een veertienjarige jongen aangetroffen die werd gemasseerd door een volwassen man. Drie keer raden wie daar ook werd aangetroffen? Nee, geen Joris D., maar de Duitser Lothar G. Er werd bij die inval een antwoordapparaat in beslag genomen met de stem van Lothar G. erop. De stemmen werden door Netwerk aan de hand van het proces-verbaal opnieuw ingesproken. Lothar G. zat vervolgens twee maanden in voorarrest, maar door een vormfout kwam hij weer vrij. De eerste keer dat hier mogelijk sprake was van een toevalligheid? Lothar G. ging vervolgens verder met zijn activiteiten. Hij runde zoals ik al eerder had gezegd een jongensbordeel in Rotterdam onder de neus van de Rotterdamse politie. 

Netwerk ging in deze aflevering aan de hand van niet-openbare documenten, telefoontaps en andere bronnen in op het falen en achterhouden van cruciale informatie door de Rotterdamse politie in de zaak van Manuel Schadwald. Lothar G. kon ongestoord door gaan met kinderprostitutie en mensensmokkel. De zaak van Manuel Schadwald begon voor de Rotterdamse politie op een dinsdagmiddag in januari 1993 wanneer er een tipgever zich meldde bij een politiebureau in Rotterdam omdat hij een tip had over de dingen die in het pand van Lothar G. gebeurde. Hij had een vermoeden dat er dingen gebeuren met minderjarige kinderen (in zijn ogen) die het daglicht niet kunnen verdragen. In de zomer van 1993 (op 4:41 van deel 1 staat de mogelijke datum van het telexbericht: 22 juli 1993) ontving de Rotterdamse politie van hun Duitse collega's een telexbericht over de activiteiten van Lothar G. aan de Beverstraat in Rotterdam. Er werden kinderpornofilms gemaakt met minderjarige kinderen op dat adres. Het ging vooral om kinderen om Oost-Duitsland. Ondanks deze informatie startte de Rotterdamse politie geen onderzoek naar de activiteiten van Lothar G. Een jaar later kreeg de Rotterdamse politie weer een tip over Lothar G. en Henk S. Deze tip ging over dat het tweetal een escortbureau dreven waarin minderjarige jongens uit Oost-Europa werden gehaald. Op 22 mei 1994 kwam er weer een tip met dit keer een verslag van een veertienjarige jongen waarin hij beschrijft dat er aan kinderprostitutie wordt gedaan. Ik vind het erg vreemd dat de Rotterdamse politie destijds geen onderzoek had ingesteld naar aanleiding van deze tips. Het gaat toch hier om ernstige strafbare feiten. Ik vind het ook een lachertje dat de Rotterdamse politie eens in de maand langs het pand van Lothar G. reed. De zedenrechercheurs sloegen al helemaal de plank mis door de ernst van de zaak te onderschatten. Uit een getapt telefoongesprek met Lothar G. bleek dat de politie hem verwittigd had dat er een klacht tegen hem was binnengekomen en dat hij even langs moest komen. Lekker slim om hem dan indirect in te seinen dat hij het zo rustig aan moest doen. Hij kon dan mogelijke bewijzen wegmoffelen. 

In de zomer van 1994 doen twee minderjarige jongens aangifte bij de politie in Berlijn. Ze deden aangifte van hetgeen wat hen was overkomen. Ze werden onder valse voorwendselen naar Rotterdam gelokt en ze kwamen uiteindelijk te werken in het bordeel van Lothar G. in Rotterdam. De minderjarige jongens verklaarde dat er in het bordeel van Lothar G. zich een jongen bevond die in Duitsland al een jaar vermist was. Zijn naam: Manuel Schadwald. Er werd internationaal naar hem gezocht en zijn moeder verscheen zelfs bij het televisieprogramma Vermist om aandacht te vragen voor zijn vermissing. Op 5 juli 1994 deed de Duitse politie een verzoek aan de Nederlandse politie om mee te helpen om Manuel Schadwald te vinden. Verder werd weer het bordeel van Lothar G. genoemd. Nadat een Duitse hulporganisatie de noodklok luidde bij de Nederlandse autoriteiten, kwam de Rotterdamse politie pas eindelijk in actie in deze zaak. Er meldde zich weer een getuige bij de politie dat Manuel Schadwald in Rotterdam was gesignaleerd. Nadat die getuige een verklaring had afgelegd, formeerde de Rotterdamse politie het HIK-team. Het HIK-team had twee doelstellingen. De eerste doelstelling was het vinden van Manuel Schadwald en de tweede doelstelling was het oprollen van de organisatie van Lothar G. Vervolgens begon het HIK-team telefoongesprekken te tappen en observeren. Dit leidde uiteindelijk tot het oprollen van de bordelen van Henk S. en Lothar G. 

Het HIK-team faalde wel in haar doelstelling om Manuel Schadwald te vinden. Er werd gezegd dat Manuel Schadwald daar niet was aangetroffen. In de aflevering wordt gezegd dat wie de stukken bij de rechtbank had doorgekomen, mogelijk tot deze conclusie kon komen. De politiejournaals met betrekking tot deze zaak zijn door een 'technische fout' vernietigd. Iets te toevallig als je het mij vraagt. We gaan even terug in de tijd naar 19 september 1994 om 23.26. Lothar G. werd goed in de gaten gehouden door een observatieteam en zijn telefoon wordt afgetapt. Een kwartier later (rond 23.45) ziet het observatieteam dat Lothar G. met een jongen naar buiten komt. Ze liepen samen naar een shoarmatent vlakbij, waar ze ook naar binnen gingen. In die shoarmatent zaten al drie Poolse jongens die naar Nederland waren gesmokkeld. De Rotterdamse politie ontkende dat zij Manuel Schadwald hadden gezien, maar het journaal van de politie zei dat het juist wel ging om Manuel Schadwald. In het HIK-Journaal (te zien op 17:47 van deel 1) stond juist dat het observatieteam Manuel Schadwald juist wel herkende als een van de jongens die met Lothar G. was. De Rotterdamse politie ontkende dit juist omdat Manuel Schadwald een 'algemeen' uiterlijk had voor jongens in dat circuit. Dit is in tegenspraak met het standpunt van het observatieteam die overtuigd was dat het wel degelijk ging om Manuel Schadwald. Drie observanten hadden namelijk Manuel Schadwald herkend. Het observatieteam kwam vervolgens voor het dilemma om Manuel Schadwald op te pakken en zodoende het onderzoek naar Lothar G., Henk S. en hun klanten in gevaar te brengen of Manuel te laten lopen om het onderzoek niet in gevaar te brengen. In de regel is het zo dat er moet worden ingegrepen wanneer er een reëel gevaar bestaat dat er iemand iets zal overkomen. 

Het observatieteam wist niet hoe te handelen, dus ze probeerde iemand van het rechercheteam te pakken te krijgen, maar dit lukte ook niet. Verdere instructies over hoe te handelen wanneer Manuel Schadwald zou worden aangetroffen waren er niet. Het observatieteam besloot uiteindelijk om hem te laten lopen, met mogelijke fatale gevolgen. Niemand heeft ooit meer wat van hem vernomen. In het journaal van de politie stond verder niks over het feit dat de observanten Manuel Schadwald hadden herkend. Weer iets te toevallig als je het mij vraagt. Hun Duitse collega's en de ouders van Manuel werden lekker op de hoogte gehouden over het feit dat Manuel in Rotterdam of in Amsterdam was gezien. Uiteindelijk vertrok een dag later nadat de observanten Manuel Schadwald hadden gezien in het gezelschap van Lothar G. een auto met drie Poolse jongens en een andere jongen met bestemming Düsseldorf. 




Manuel Schadwald in Amsterdam geweest?
In een documentaire (Frans gesproken en Nederlands ondertiteld) op YouTube over Internationaal Kindermisbruik over de zaak-Zandvoort overhandigde op een gegeven moment een handelaar in kinderporno een cassette aan Marcel Vervloesem van de Werkgroep Morkhoven. Deze cassette heette 'Madeira'. Bij deze cassette zat als 'bijvangst' wat andere cassettes met kinderporno. Op een van die cassettes werd Manuel Schadwald herkend door een Rotterdamse politieagent (vanaf 28.51 in de documentaire). De beelden in deze fase van de documentaire zijn afkomstig van het actualiteitenprogramma Nova. 

In de documentaire wordt op een gegeven moment gezegd dat men dingen heeft ontdekt die voor de moeder van Manuel moeilijk te bevatten zijn, omdat die dingen nogal complex in elkaar zaten (30.40 van de documentaire). Het gerucht ging dat Manuel voor zijn verdwijning een paar keer werd gezien bij de Bahnhoff Zoo in Berlijn. Dit was een plek waar jongens zich prostitueerde. De zelfhulpvereniging 'Mann O Meter' kreeg een jaar naar de verdwijning een telefoontje. De beller wilde anoniem blijven en de beller vertelde dat de kleine Manuel uit Berlijn in Amsterdam was gestorven. Vervolgens werd er een signalement gegeven van een man tussen de 45 en de 50 jaar met een lengte van 1.80, grijs krullend haar en een snor. 

Verder in de documentaire wordt er een stuk gewezen met Marcel Vervloesem en Robbie van der Plancken. Het was Marcel Vervloesem van de Werkgroep Morkhoven gelukt om in het netwerk door te dringen en de nodige feiten te verzamelen. Dit zorgde ervoor dat Robbie van der Plancken in actie kwam. Dit resulteerde in een ontmoeting op 4 juni 1998 in Amsterdam. Deze ontmoeting werd opgenomen voor de camera. Marcel Vervloesem stelde Robbie van der Plancken vragen over Manuel Schadwald (vanaf 40.01 van de documentaire). Robbie van der Plancken geeft toe dat hij Manuel vanaf 1993 kent. Hij had hem ontmoet in Berlijn. Robbie stelt in het gesprek dat Manuel Schadwald niet was ontvoerd. Hij vertelde dat Manuel niet bepaald blij was en dat het gezelschap (wat andere jongens en de onvermijdelijke Lothar G.) naar Hamburg ging. Robbie gaf in dit gesprek toe dat de jongens werden geronseld voor de kinderprostitutie. Volgens Robbie van der Plancken ging Manuel van Berlijn naar Hamburg om vervolgens in Rotterdam te belanden. Op de vraag of Manuel nog leeft gaf Robbie van der Plancken een omslachtig antwoord. Eerst wil hij de vraag ontwijken, maar later vertelt hij dat Manuel mogelijk zou leven (vanaf 49.10 van de documentaire). 




Die Welt
In de Duitse dagblad Die Welt verscheen een artikel over Marc Dutroux. Voordat ik het artikel ga bespreken, wil ik even zeggen dat mijn Duits niet zo goed is. Mocht ik een fout maken in de vertaling, dan kunnen jullie dit zeggen zodat ik de fout(en) eruit haal. Het artikel ging over Marc Dutroux die een onderdeel zou zijn van een Europees netwerk van kinderhandel en kinderprostitutie. Het artikel leek niet te gaan over Manuel Schadwald, maar via Robbie van der Plancken die een schakel in het netwerk vormde omdat hij in Berlijn jonge jongens lokte om vervolgens die jonge jongens te laten werken in die bordelen in Rotterdam en Amsterdam is de schakel wel te vinden. Er schijnt volgens het artikel een film te zijn waarop Manuel Schadwald tijdens het schieten van een kinderpornofilm sterft. Dit is een zogeheten snuff-movie. Volgens de getuige stierf Manuel Schadwald in een bungalow in de omgeving van Amsterdam door verstikking en hij werd daarna door zijn hoofd geschoten (bron). 

Het eind van het artikel in het Duitse dagblad Die Welt ging in op de rol van de Nederlandse politie in de zaak van Manuel Schadwald. Het onderzoek naar de verdwijning van Manuel Schadwald werd in 1995 gestopt. De Amsterdamse politie waarschuwde hun Berlijnse collega's om hun onderzoeksactiviteiten te staken naar de verdwijning van Manuel Schadwald omdat dit tot niks zou leiden. Men moest ook verklaren om niks te zeggen over deze zaak. Tenslotte werd er aan toegevoegd dat deze zaak onder een slechte gesternte zou vallen (bron en bron).

Aandacht voor de zaak
In de jaren die daarop volgde kreeg de zaak nog wel de nodige aandacht. Onder meer Jan Poot besteedde in 2011 aandacht aan de zaak door middel van een geplaatste advertentie in het Haarlems Dagblad (bron). In zijn advertentie die vooral ging over Joris Demmink stond dat een bron aan hem in 2009 had gezegd dat er een groot pedofielennetwerk in Den Haag zou zijn. Niet alleen Joris Demmink werd genoemd, maar ook meer topambtenaren en politici. In de advertentie stond verder dat het niet alleen ging om een netwerk in Den Haag, maar dat het netwerk zich uitstrekte over Europa met Amsterdam. Dit werd althans beweerd door het al reeds genoemde dagblad Die Welt en haar ochtend-dagblad Der Berliner Morgenpost. 

De geplaatste advertentie werd smeuïger doordat Jan Poot vertelde in de advertentie dat hij in augustus 2010 een brief had gekregen van een zekere niet-anonieme getuige die zichzelf beschikbaar stelde voor commentaar en feitelijke onjuistheden met betrekking tot het dossier. De meest zorgwekkende mededeling van die getuige ging over Manuel Schadwald. Manuel Schadwald was vermoord aan boord van het jacht Apollo en ene Joris Demmink zou daar bij aanwezig zijn geweest. Dit werd ook later gezegd door Marcel Vervloesem (bron). Er werd de vraag gesteld hoe deze getuige dit nou zo zeker wist. De getuige stelde dat hij in opdracht van de BVD was geïnfiltreerd in de betreffende pedofielen-bende via onder meer Stichting De Maasdam. Manuel Schadwald zou vervolgens in een zak met verzwaarde stenen in het IJsselmeer zijn gegooid. Wat zou hier van waar zijn?

De Werkgroep Morkhoven is al een hele tijd bezig met de zaak van Manuel Schadwald. Een van de laatste dingen die vielen te melden omtrent deze zaak is dat de Werkgroep Morkhoven de documenten van Manuel Schadwald hadden gevonden. Verder werden naast die documenten ook de schooltas van Manuel Schadwald en een brief van Manuel gevonden. Dit werd volgens de Werkgroep Morkhoven op een Nederlandse locatie gevonden (bron). 

Slot
Het is een heel lang stuk geworden over Manuel Schadwald. De optimist in mij hoopt dat hij nog in leven is, maar ik moet realistisch zijn en erkennen dat de kans zeer groot is dat hij niet meer leeft. Ik heb in dit stuk meer indirect mijn visie gegeven op de zaak Manuel Schadwald. Hier zal ik nu meer inzoomen op het handelen van de Nederlandse politie (meer in het bijzonder de Rotterdamse politie).

Ik zou eigenlijk wel willen weten door welke vormfout Lothar G. in 1992 na twee maanden voorarrest op vrije voeten kwam. Dat is mij niet duidelijk geworden. Wat mij zeker zorgen baart was het optreden (of het niet-optreden) van de Rotterdamse politie. De Rotterdamse politie kreeg concrete tips over het doen en nalaten van Lothar G. Het lijkt me duidelijk dat hier wel zeker sprake was van tenminste een redelijk vermoeden van een ernstig misdrijf. Verder vind ik het erg opmerkelijk dat ze Lothar G. hadden verwittigd dat iemand een klacht had over hem en dat hij het zo even 'rustig' aan kon doen met zijn activiteiten. De Rotterdamse politie kwam pas eindelijk in actie toen een Duitse hulporganisatie de noodklok luidde. 

Het HIK-Team had duidelijk gefaald met betrekking tot een van haar doelstellingen: het terugvinden van Manuel Schadwald. Dat de politiejournaals waren vernietigd door een 'technische fout', zet ik mijn vraagtekens bij. Als je het mij zou vragen, dan zou dit een goede truc zijn om de Duitse politie ervan te overtuigen dat Manuel Schadwald helemaal daar niet was. De vraag is dan waarom. De Rotterdamse politie ontkende in de aflevering van Netwerk dat het observatieteam Manuel Schadwald had gezien, maar het HIK-journaal sprak juist wel van het feit dat Manuel Schadwald was gezien door het observatieteam. Het is natuurlijk amateurisme van de bovenste plank dat er geen scenario's klaarstonden voor het geval dat Manuel Schadwald zou worden gezien. Verder was het nogal knullig dat er niemand te bereiken was bij het rechercheteam toen het observatieteam ze nodig had. Verder heb ik geen goed woord over voor het mogelijke optreden van de Amsterdamse politie die hun Berlijnse collega's zeer waarschijnlijk waarschuwde dat de zaak Manuel Schadwald onder een slechte gesternte zou vallen. Had de politie orders van hogerhand gekregen?