Inleiding
Er is redelijk wat tijd voorbij gegaan voordat ik weer een blog in elkaar kon knutselen. In die tijd heb ik niet echt stil gezeten. Ik had namelijk een Wob (Wet openbaarheid van bestuur)-verzoek ingediend bij het Ministerie van Defensie met onder meer vragen die over Joris Demmink gingen. Deze vragen waren specifiek gericht op zijn tijd bij Defensie, maar uiteraard heb ik ook een enkele vraag gesteld die niet ging over Joris Demmink. Ik heb bijvoorbeeld een vraag gesteld over eventuele militaire samenwerking tussen Nederland en Suriname in de periode van november 1975 t/m november 1992. Inmiddels heb ik antwoord gehad op mijn Wob-verzoek en ik kan inmiddels vertellen dat ik op een paar vragen geen antwoord heb gekregen omdat de informatie niet aangetroffen was en omdat de opgevraagde informatie onder de uitzonderingsgronden viel van art. 10 Wob. Bij een van de antwoorden viel mij iets op. Het gegeven antwoord op een van de vragen heeft namelijk betrekking op mijn eerste blog van Joris Demmink en Suriname. In deze blog zal ik eerst mijn gestelde vragen voor de duidelijkheid op een rijtje zetten. Daarna zal ik de antwoorden van de vragen weergeven. Hierna zal ik even bij een van de vragen wat langer stil staan, omdat ik wat zaken op een rijtje moet zetten. Tenslotte wil ik even van de gelegenheid gebruik maken om mijn visie op de recente ontwikkelingen in de affaire Joris Demmink in deze kwestie te geven.
De vragen van mijn Wob-verzoek
In het kader van een
onderzoek naar de militaire betrokkenheid van Nederland in Suriname in de
periode van november 1975 t/m november 1992 verzoek ik u om een aantal
documenten te openbaren die betrekking hebben op de volgende zaken:
1. een overzicht van
de eventuele gemaakte dienstreizen van het toenmalige hoofd directie Juridische
Zaken afdeling Wetgeving en Publieke zaken, mr. J. Demmink die destijds de
functie van Suriname-coördinator had;
2. een document met
het functieprofiel van het hoofd directie Juridische Zaken afdeling
Wetgeving en Publieke zaken plus een omschrijving van de taken van de functie
van Suriname-coördinator;
3. informatie
over de reden(en) waarom mr. J. Demmink vertrok of moest vertrekken bij het
Ministerie van Defensie in 1982;
4. informatie over
militaire samenwerking tussen Nederland en Suriname in de periode van november
1975 t/m november 1992 (meer specifiek de periode tussen 1 januari 1980 t/m 8
december 1982) en nog meer specifiek informatie over eventuele militaire
trainingen en wapentransacties tussen Nederland en Suriname.
De antwoorden op de vragen in mijn Wob-verzoek
Op mijn eerste vraag heb ik geen antwoord gekregen omdat dit valt onder een van de uitzonderingsgronden van art. 10 Wob. Op mijn tweede vraag kreeg ik geen antwoord, omdat het functieprofiel na al die jaren niet te vinden was en omdat zijn toenmalige functie inmiddels was opgegaan in een andere functie. De functie bestaat dus al een hele tijd niet meer.
Het antwoord op mijn derde vraag was een soort van ja en nee antwoord. Ik kreeg geen antwoord op de precieze reden(en) waarom Joris Demmink vertrok of moest vertrekken bij het Ministerie van Defensie in 1982, omdat dit uiteraard weer viel onder een van de uitzonderingsgronden van art.10 Wob. Je zou denken dat dit een definitief antwoord was op mijn vraag. Tot mijn verbazing las ik de volgende zin in het antwoord op mijn Wob-verzoek: "Wel kan ik u mededelen dat de heer Demmink vrijwillig het ministerie heeft verlaten om elders succesvol zijn carrière te vervolgen." Dit is namelijk in tegenspraak met mijn blog over Joris Demmink en Suriname, waarin er juist een CRI-bron had gezegd dat Demmink bij het Ministerie van Defensie moest vertrekken vanwege zijn rol bij de coup van Desi Bouterse en een mogelijke seksuele relatie met een Surinaamse militair.
Ik pak even de belangrijkste quote in dit verband erbij van Kleintje Muurkrant van de serie Cold Turkey 13: "Volgens onze CRI-bron zou de aanleiding tot het naar het naar buiten dragen van Joris bij Defensie van seksuele aard zijn geweest. Joris zou namelijk een bloeiende relatie hebben onderhouden met een jonge Surinaamse militair uit het Bouta-team, dat in 1982 verantwoordelijk was voor de Decembermoorden." (Bron: Kleintje Muurkrant, zoeken op Bouterse, Demmink). Ik heb in de quote een foutje rechtgezet. Het ging niet om de Septembermoorden, maar om de Decembermoorden. Je zou kunnen zeggen dat ik nogal overenthousiast was toen ik het Wob-verzoek in elkaar zette, maar eigenlijk is dit meer waarop ik eigenlijk had gehoopt. Ik wist voordat ik het Wob-verzoek verstuurde dat ik niet bijvoorbeeld het rapport van majoor Koen Koenders zou kunnen inzien. Daarom heb ik me meer geconcentreerd op subvragen en eventuele bijvangst.
Zoals ik het hier breng verschilt de lezing van het Ministerie van Defensie met de lezing van de CRI-bron. Het Ministerie van Defensie stelt dat Joris Demmink vrijwillig vertrok bij Defensie, maar de CRI-bron stelt daarentegen dat Joris Demmink min of meer moest vertrekken bij Defensie. Dit is een punt die eigenlijk nader moet worden onderzocht, aangezien er hier sprake is van verklaringen die elkaar tegenspreken.
Tenslotte heb ik op mijn vierde vraag wel een positief antwoord gekregen doordat ik de gevonden stukken mocht inzien. Het waren nogal oude stukken (waaronder een handgeschreven briefje van kolonel van Tussenbroek met het verzoek om wapens voor de Surinaamse strijdkrachten). Die wapens werden verrekend met het ontwikkelingsgeld. Toen ik die stukken ging doornemen werd ik meegezogen in de tijd terug. Ik vond wel een aantal stukken waarin de naam van Joris Demmink in werd vermeld. Ik vond bijvoorbeeld op een paar stukken handgeschreven dat er een kopie moest worden gegeven aan dhr. Demmink. De meest belangrijke ontdekking die ik heb gedaan was toch dat Joris Demmink in 1980 en 1981 meerdere keren in Suriname was geweest. Als ik het mij goed kan herinneren was Joris Demmink in september 1980 in Suriname, omdat het vorige bezoek een aantal maanden daarvoor 1980 moest worden afgebroken door bepaalde gebeurtenissen in Suriname. Verder las ik in een verslag dat er gewacht moest worden op Joris Demmink en zijn collega omdat ze in Suriname zaten. Dit was volgens mij in juni 1981. Uiteraard was Joris Demmink daar uit hoofde van zijn functie. Door het doornemen van deze stukken heb ik de bevestiging gekregen dat Joris Demmink uit hoofde van zijn functie meerdere malen in Suriname is geweest. Ik hoop dat ik nog meer informatie kan vinden of kan krijgen van de lezers van deze blog over wat Joris Demmink wel of niet heeft uitgespookt in die periode tot december 1982 in Suriname. Wie informatie heeft over Joris Demmink en Suriname kan het contactformulier invullen die ik heb toegevoegd. Uw informatie zal dan vertrouwelijk worden behandeld na verificatie. Reacties op mijn blog heb ik na wat geklungel weer voor iedereen toegankelijk kunnen maken.
Ik heb lang getwijfeld wat ik moest doen met de brieven die ik heb gekregen naar aanleiding van mijn Wob-verzoek, maar ik gooi de brieven en mijn Wob-verzoek geanonimiseerd online.
Hier, hier, hier en hier te vinden.
Recente ontwikkelingen
Op 21 januari 2014 werd bekend dat het Hof Arnhem had bepaald dat Joris Demmink moet worden vervolgd op verdenking van verkrachting van twee Turkse jongens. Om eerlijk te zijn had ik dit niet meer verwacht. Ik dacht meer dat het Hof Arnhem meer de zaak zou afdoen met een dooddoener omdat de feiten zouden zijn verjaard en de verklaringen van de Turkse jongens zouden niet consistent genoeg zijn geweest . De vraag is natuurlijk of het tot een daadwerkelijke vervolging van Joris Demmink gaat komen. Ik ben geneigd om te denken van niet omdat de zaken nogal ingewikkeld liggen. Welke rechtbank gaat zich bijvoorbeeld oordelen over deze zaak? Dit komt omdat Joris Demmink veel rechters en medewerkers kent. Dit kan belangenverstrengeling opleveren. Verder zou het best zo kunnen zijn dat het Openbaar Ministerie Joris Demmink helemaal niet wil vervolgen.
Na deze spectaculaire ontwikkeling vielen de media massaal over elkaar heen. Frits Wester bleek bij Knevel en van den Brink een heuse Demmink-expert. Ik moest mijn lachen hier inhouden, aangezien RTL jarenlang aan de zijlijn heeft toegekeken net als bijvoorbeeld de NRC. Het zou goed kunnen dat ik later hier op terug ga komen, maar dan met een blog over de rol van de media en bepaalde personen in deze affaire. Dan vergeet ik nog Henk Krol die bij het televisieprogramma Eén op Eén wat pikante onthullingen deed over Joris Demmink en de hele mikmak erom heen. Hij heeft de kwestie drie keer proberen aan te kaarten bij minister Opstelten, maar hij werd afgehouden en later afgewimpeld vanwege een aanklacht voor het hacken van een computer (iets te toevallig als je het mij vraagt). Verder ging hij in op het gebeuren met Gay Krant en Panorama waarin een artikel werd geschreven over een zekere topambtenaar van Justitie die in een zeker plantsoen in Eindhoven kwam. Henk Krol zei dat hij geen zekerheid had dat Joris Demmink seks had met minderjarigen, maar hij gaf wel aan dat zijn bronnen afkomstig waren van het ministerie van Justitie. Het waren topambtenaren. Verder onthulde hij dat Joris Demmink een vriendje had die kinderporno maakte. Hij doelt daarbij op Libor Čtvrtlík.